‘Zo zag luitenant Jenkins ze staan, op de plaats rust, log met hun voeten in de diepe voren vol water die de wielen van boerenwagens hadden gemaakt; hooisprietjes hingen nog aan hun uitrusting en in de zachte, schone vacht van hun jack dat, gisteren aangevoerd door Bevoorrading, hun onverwacht een zekere gestalte en karakter, en rechtmatigheid verleende — uit nood geboren.3′
‘Deel 2, aantekening 3. hooisprietjes . . . uit nood geboren. Korte jacks gemaakt van de vacht van schapen, geiten of andere beesten werden tegen de kou verstrekt aan de manschappen in de linies. Ze werden naderhand afgedankt ten faveure van geprepareerde leren jacks die, al waren ze lang zo fascinerend niet, wel minder onderkomen boden aan luizen.’