Tussentijd bouwt zoals veel klassieke literatuur voort op talloze mythen en legendes. Maar het put niet alleen veelvuldig uit bijvoorbeeld oude Welshe verhalen en gedichten, het schept zelf ook nieuwe mythen.

Richard Burton tijdens een van zijn vele radio-opnamen [fotograaf onbekend]
In de clip hoor je hem een kort stuk voordragen dat allerlei oude motieven en verhalen door elkaar vlecht. Het komt in het boek direct na het hier al eerder besproken fragment over ‘de wouden van heel de wereld waaraan de macht is ons de ingewanden te beroeren’.
Mensen komen er altijd tot hun vreugde of tot hun ondergang. Komen met lichte tred, gerust van hart en vrij van studie; wandelen op een lommerrijke feestdag met verwanten en vrienden; komen verstrengeld met eerste geliefde — om geërgerd door de wirwar te ploeteren, om zich heen te slaan, het groen te kneuzen. Komen bij het vallen van de avond in hinderlaag liggen. Vinden een schuilplaats bij een overlevende. Delen met de vogelvrijverklaarden hun ongedesemd brood. Komen voor goede vorsten afgezet door kwaadaardige belangen. Wachten, wachten lang op — met de gebroken mensen, nestelen bij de das en de marter tot de tijd daar is dat hij terugkomt en door de woestenij roept om zijn uitverkorenen.