Zelfs de Eerste Wereldoorlog is een voortzetting van andere strijd, andere veldslagen en oorlogen in de ogen van David Jones. Hij zet in Tussentijd allerlei middelen in – zie ook een eerder bericht – om de continuïteit van de geschiedenis tastbaar te maken. Het peloton van meneer Jenkins met daarin John Ball behoort tot een groot bataljon en nog voordat dit scheep gaat naar Frankrijk, moet het al weer en wind trotseren tijdens een lange mars naar de haven.
Nu de wind wat was afgenomen had de kapel zijn instrumenten drooggeveegd. Flarden kwamen schril terugwaaien op windstoten:
‘Van Hector en Lysander en and’re groten zoals zij’ — de mars die bij hen hoorde.
Die mars is The British Grenadiers en daarmee geeft hij die continuïteit op drie manieren gestalte. Ten eerste is het een mars die al zeker twee eeuwen meegaat in het Britse leger. Ten tweede is er ook een lied bij de mars dat je hier kunt beluisteren waarin nog veel verder terug wordt gegrepen op legendarische helden uit de Oudheid zoals Hector, Lysander en Alexander de Grote. Ten derde laat hij zien dat hij de traditie van het leger voortzet, dat men zichzelf voort ziet gaan in de voetsporen van voorgangers.
Het is een melodie die nog met zekere regelmaat te horen is. Bij ceremoniële gelegenheden, maar ze duikt ook vaak op in allerlei soorten films, van Pirates of the Caribbean tot The Italian Job en van Diamonds Are Forever tot Barry Lyndon van Stanley Kubrick.
Ook Nederlandse militairen zal hij bekend in de oren klinken want hij vertoont veel overeenkomsten met een Nederlandse mars die volgens sommigen ook het origineel voor de Britse variant is geweest: De jonge prins van Friesland.
En je zou haast vermoeden dat de componist van de Blackadder-tune Tussentijd heeft gelezen, want in Blackadder Goes Forth, de reeks over de Eerste Wereldoorlog, is de mars door het seriethema heen geweven over beelden van een exercitie.