… en hoorde hem zingen, heel zacht, al lopend

Eerder is in dit blog al aandacht geweest voor de liederen en liedjes die Jones in Tussentijd een plaats heeft gegeven door eruit te citeren of naar te verwijzen – de zang die tot de poëzie van Tussentijd heeft geleid. Maar ook de omgekeerde weg is afgelegd: meerdere componisten hebben zich al laten inspireren door het muzikale boek.

still uit Sequence: In Parenthesis

De jonge, populaire Britse componist Owain Park schreef onlangs Sequence: In Parenthesis, voerde het uit met zijn zangensemble The Gesualdo Six en verfilmde het ter gelegenheid van de honderdste verjaring van de Wapenstilstand, met veel beelden van Mametz Wood, waar David Jones gewond is geraakt tijdens de Slag aan de Somme en waar zich het slot van Tussentijd (In Parenthesis) lijkt af te spelen en John Ball bijna al zijn pelotongenoten ziet sterven en zelf gewond raakt.

Parks compositie toont overeenkomsten met die van Jones en niet alleen omdat hij citeert uit Jones’ tekst. Hij haakt aan bij de liederen uit Tussentijd door de melodieën door zijn eigen stuk te weven, maar hij grijpt ook net als Jones terug op oudere tradities. Zijn ensemble is niet voor niets vernoemd naar Gesualdo, de zeventiende-eeuwse madrigalengigant. Het resultaat is een polyfone medley van oude en nieuwe liederen. En net als bij Jones is er een rol weggelegd voor Aneirin Lewis, de zingende Welshe korporaal, die vernoemd is naar de aloude bard van Y Gododdin, dat een constant motief in Tussentijd is en ook in Parks zangstuk opduikt. Park hecht blijkbaar even sterk als Jones aan tradities. Jones maakte zo werk dat de tradities doorbrak. Die werkwijze is inmiddels vertrouwder dan een eeuw geleden, maar kan nog altijd mooie muziek voortbrengen getuige Sequence: In Parenthesis.

Wie meer over opzet en totstandkoming van compositie en video wil weten kan terecht op deze pagina.

Still van de titel die in zijn vormgeving doet denken aan de letterwerken van David Jones

‘Onder water en zijn voeten voelt hij het houten plankier weer, en om de volgende bocht bij het stijgen van weer een licht de schokkende ransel van Aneirin Lewis — en hoorde hem zingen, heel zacht, al lopend.’
(p. 77, deel 3 Sterverlicht bevel, Tussentijd)

Jones en Jones, Disney en Cash

In het vierde, middelste deel van Tussentijd horen John Ball en zijn pelotongenoten klanken uit de loopgraven van de Duitsers komen, zo dicht zitten ze op elkaar. Een Duitser speelt Es ist ein Ros entsprungen op een accordeon.

Ook de Britten, Schotten op deze foto, hadden soldaten die accordeon speelden in de loopgraven. © IWM (Q 48958)

Vanuit de Britse loopgraaf komt een antwoord op dit kerstlied:

    Twee man in de traverse mondorgelden;
vier man zongen mee
            Casey Jones klom op zijn machine
            Casey Jones met zijn orders in zijn hand.17
Dat dichterbij,
dat heel uitzonderlijk alleenstaand,
zijn harmonie tenietdeed,
ter ere
van dit uitzonderlijke, ondeelbare
Nieuwe Licht
over de stille ochtend ter ere.
Dit getrekharmonicade
Goede Nieuws
van die
barbaren
die vieze
vuile Hanswursten.
    Betoveren maar,
Rotherhithe –
verzoop de hufters op
Christusmis in de morgen.

In noot 17 verwijst Jones naar Casey Jones als een music-halllied. Het ontstond in 1900 en ten tijde van de oorlog bestonden er al heel veel versies, zo populair was het. In eerste instantie lijkt het slechts alsof het ene populaire lied – er bestaat ook een nog altijd geliefde Nederlandse versie van, Er is een roos ontloken – beantwoord wordt met een ander. Ook het Engelse lied overleeft de Eerste Wereldoorlog en duikt daarna in allerlei gedaantes op. Zelfs Walt Disney ontfermt zich erover en maakt er een korte tekenfilm van: The Brave Engineer.

Tot op de dag vandaag zijn treintjes in een aantal Disneyparken daarnaar gemodelleerd. Want de ‘engineer’ uit de titel was een treinmachinist. Later in de jaren vijftig wordt er zelfs een televisieserie Lees verder

Nieuwe muziek voor een oud boek

Passendale voor en na de slag

Passendale voor en na de slag, boven en onder.

David Jones heeft gevochten in de slag bij Passendale – Passchendaele schrijven de Britten meestal – al bracht hij een deel ervan ook door in de reservelinie, tot zijn ongenoegen. Niet omdat misplaatste heldenmoed bezit van hem had genomen, zoals een furieuze superieur dacht, maar omdat hij liever met zijn maten in zijn eigen bataljon optrok dan dat hij achterbleef tussen vreemden. Misschien is dat bevel om in de reservelinie te blijven wel de oorzaak dat hij zo lang heeft gediend in de Grote Oorlog en hem heeft overleefd, want de verliezen waren aan beide kanten enorm in deze orgie van staal, bloed en modder.

Concrete voorvallen uit deze Derde slag om Ieper komen niet voor in Tussentijd. Het zijn vooral beschrijvingen van het verwoeste loden landschap, het gezeul door het slijk, de blank staande loopgraven die in het boek terugkeren. Pas veel later zou hij deze periode nadrukkelijker oproepen in (The Book of) Balaam’s Ass dat is opgenomen in het laatste boek dat hij zelf nog heeft zien verschijnen, The Sleeping Lord (and Other Fragments).

Gone West, sponsor van de vertaling van In Parenthesis, heeft de in België bepaald niet ongekende Flip Kowlier, gevraagd zich te laten inspireren door die vertaling, Tussentijd. Kowlier is zelf afkomstig uit de West-Vlaamse contreien en geeft vrijdag 13 oktober een concert op het terrein van het Memorial Museum Passchendaele. Het is geen opera gebaseerd op het werk zoals in Groot-Brittannië is gemaakt en waarover later meer. In dit geval is het nieuwe muziek met nieuwe teksten, geïnspireerd door Tussentijd maar niet letterlijk hetzelfde, al zal er zo nu en dan een compleet citaat klinken. Hier vind je meer informatie, ook over de tickets voor het concert. Tom “dEUS” Barman geeft de volgende dag op dezelfde plek ook een Gone West-concert.

still met Kowlier uit de promotieclip van Gone West

What’s in a name

En met slaperige ogen Jimmy Groves10 plompe plunjebalengestalte met moeite omhoog zien waggelen, vlak voor je, zijn donkere silhouet schommelt even boven je — en dan glijdt hij weg de nacht in en je voeten volgen waar hij lijkt te zijn gegaan.

Jimmy Grove is een van de soldaten in het peloton van John Ball, dat wordt geleid door meneer Jenkins. In zijn 10e aantekening bij deel 3 van Tussentijd maakt Jones duidelijk dat die naam een eerbetoon is aan ‘Scarlet Town’ uit het lied Barbara Allen.

fragment van een gravure uit het eind van de 18e eeuw met de tekst van Barbara Allen (EBBA ID: 30145; British Library – Roxburghe 2.25) De graveerstijl van Jones lijkt hier en daar op die van deze goedkope gravures, de zogenaamde broadsides.

Nu zijn er twee interpretaties van Scarlet Town: het is een verwijzing naar de plaats Reading en de uitspraak daarvan (Redding) of het is een wat bijbelse manier om naar een gedeelte van de stad te verwijzen dat we in het Nederlands nog steeds ‘de rosse buurt’ noemen. Lees verder

Aantekeningen bij het voorwoord inclusief erratum en Steve Winwood

Inleidingen refereren vaak aan het hier en nu van de schrijver en de beoogde lezer. Zo sluit Erwin Mortiers introductie in Tussentijd af met: ‘Wijzelf, in de wereld van 2017, hoeven maar om ons heen te kijken om ons af te vragen of wij die goede vrede intussen wel hebben gevonden.’

Marie LloydHet is niet anders in het voorwoord van Jones’ zelf. Hij verwijst naar allerlei heel Britse zaken en dingen die een kleine eeuw geleden nog in het geheugen zaten. Een verwijzing naar de Boerenoorlogen zal heden ten dage niet snel opduiken en als het al wel gebeurt dan eerder in het kader van een artikel over het koloniale denken. Jones zag geen noodzaak om die bekende zaken te annoteren. De enige noot bij het voorwoord is een literatuurverwijzing.

Ik vrees dat een Nederlandse of Belgische lezer uit de 21e eeuw veel dingen minder bekend zullen voorkomen. Deze vertaler moest ook het een en ander opzoeken voor hij wist wat het was. Zo kwam ik erachter dat Jones een heel andere Mandeville citeerde dan ik dacht. Lees verder

Van Britse grenadiers, een jonge prins van Friesland en Zwartadder

Zelfs de Eerste Wereldoorlog is een voortzetting van andere strijd, andere veldslagen en oorlogen in de ogen van David Jones. Hij zet in Tussentijd allerlei middelen in – zie ook een eerder bericht – om de continuïteit van de geschiedenis tastbaar te maken. Het peloton van meneer Jenkins met daarin John Ball behoort tot een groot bataljon en nog voordat dit scheep gaat naar Frankrijk, moet het al weer en wind trotseren tijdens een lange mars naar de haven.

Nu de wind wat was afgenomen had de kapel zijn instrumenten drooggeveegd. Flarden kwamen schril terugwaaien op windstoten:
‘Van Hector en Lysander en and’re groten zoals zij’ — de mars die bij hen hoorde.

Die mars is The British Grenadiers en daarmee geeft hij die continuïteit op drie manieren gestalte. Ten eerste is het een mars die al zeker twee eeuwen meegaat in het Britse leger. Ten tweede is er ook een lied bij de mars dat je hier kunt beluisteren waarin nog veel verder terug wordt gegrepen op legendarische helden uit de Oudheid zoals Hector, Lysander en Alexander de Grote. Ten derde laat hij zien dat hij de traditie van het leger voortzet, dat men zichzelf voort ziet gaan in de voetsporen van voorgangers.

Het is een melodie die nog met zekere regelmaat te horen is. Bij ceremoniële gelegenheden, maar ze duikt ook vaak op in allerlei soorten films, van Pirates of the Caribbean tot Lees verder

Holland is een koude plek

Ergens in deel 3 waar regen, modder en duisternis haast uit de pagina’s druipen, brengt de kou niet alleen lichamelijke ellende, maar ook een herinnering, een flard van een lied.

De geregelde flitsen van geschut waren opgehouden; er was helemaal niets te zien; het regende nog steeds gestaag, uit een heel scheve hoek, waardoor het lijf kletsnat werd; ze passeerden andere lijven, voortkrabbelend, rammelend, doorweekt; westwaarts trekkend, onzichtbaar, ongekend, geen woord over de lippen, geen groet gebracht. Een achterblijver in achtervolging — voortijlende geluidsgeest, hol hoestend van het rennen om weer bij te raken, hoestend zoals vreemden ’s nachts in een andere kamer, in een vreemden-huis; en nog een ander die achter hem aan komt, die nog sneller gaat — die een eind verderop nog aan het hoesten is, hoor je als de wind even stilvalt — zou-ie iets aan moeten doen, even bij de dokter langs, belachelijk als-ie er niks aan doet . . . als je er zo ’s nachts op uit moet. O, een kouder plek waar mijn lief moet dwalen kan er niet zijn — en het is nog vroeg, wacht maar tot maart en lengend licht over het lage lage land.

In de Aantekeningen, waarover later meer, vertelt Jones dat die plek waar mijn lief dwalen moet uit een volksliedje komt, ‘The Low Low Lands of Holland’. Dat maakt een vertaler uit die lage landen nieuwsgierig. En inderdaad is op internet al snel Lees verder