Terug op school

De schrijver heeft als kind maandenlang dwars gelegen om niet naar een gewone middelbare school in Londen te hoeven, maar naar de Camberwell School of Arts and Crafts te kunnen gaan. Het was een soort ambachtsschool voor kunst en kunstnijverheid. De jonge David Jones ontwikkelde er zijn teken- en illustreertalent en koos er uiteindelijk de richting van de autonome kunst. Toen hij zijn diploma had gehaald, brak de Grote Oorlog uit. En de rest is geschiedenis die hier is na te lezen.

The Green Knight Bows to Gawain’s Blow – Clive Hicks-Jenkins

Tegenwoordig is de school een van de erkende kunstacademies van het land en in november en december 2018 is er een tentoonstelling ter ere van de oud-leerling, getiteld A Mythic Understanding: Inspired by David Jones waar werk van Jones te zien zal zijn, naast dat van velen die door hem zijn geïnspireerd. Meer informatie achter de titel van de tentoonstelling.

Al van de eerste regel voel je dat je iets bijzonders in handen hebt

Een dag na verschijning van Tussentijd prijkt de eerste recensie in de krant. De Standaard trapt af met een lovende recensie die opent met de titel van dit bericht en recensent Peter Jacobs noemt de Nederlandse vertaling ‘een aartsmoeilijke klus’ en ‘hoogst welkom’. Hij is duidelijk gegrepen door de taal.

‘In Tussentijd hoor je een overtuigende bezwerende stem die zich niet laat temmen. De soms bevreemdend geconstrueerde zinnen klinken als muziek. De taal is een mix van Bijbelse verhevenheid, de lyriek van oude mythen, Cockney, Shakespeare, militair jargon. Het perspectief wisselt snel van ‘zij’ en ‘wij’ naar ‘jullie’, van ‘ik’ naar ‘jij’ en ‘hij’. Flarden conversatie worden onopvallend vermengd met beschrijvingen. De camera zoomt in en uit. De bewegingen zijn als balletten.’

tekening van Jones uit de jaren 1920-21, die De Standaard bij de bespreking plaatste
[© Tate Gallery – the Estate of David Jones]

Wie de hele recensie wil lezen, kan dat hier met abonnement of na registratie gratis doen.

Aantekeningen I

Tussentijd is er rijk aan, 40 pagina’s maar liefst. Ze zijn geen verplichte kost. Voor de aantekeningen geldt grotendeels wat Eliot in zijn korte inleiding zegt over verhandelingen: ‘Want die opwinding bij de eerste lezing van een scheppend literair werk dat we niet begrijpen, is zelf het begin van het begrijpen, en als Tussentijd ons niet aangrijpt voor we het hebben begrepen, zal geen verhandeling ons zijn geheim openbaren. (…) Begrijpen begint bij ontvankelijkheid: we moeten het ondergaan voor we een poging wagen de bronnen van het werk zelf te onderzoeken.’

soldaat houdt de vijand in de gaten door een periscoop – schets van Jones uit 1916 [© the Estate of David Jones]

De aantekeningen kunnen een lezer op weg helpen als sommige namen of begrippen onbekend zijn. Voor een deel is het een klassiek notenapparaat: dit komt uit dit gedeelte van deze bron. Soms is het haast een verklarende woordenlijst: ‘Diawl, Welshe krachtterm: Duivel, iemand die van licht verstoken is.’ Vaak zijn het historische verwijzingen die nog eens benadrukken dat Jones de Grote Oorlog wel als een bijzonder moment in de geschiedenis ziet, maar ook als een voortzetting van eerdere strijden. En soms zijn het kleine uitweidingen bij een passage die hij waarschijnlijk te bespiegelend vond om in het gedicht zelf op te nemen, maar toch te belangrijk om ons te onthouden, zoals Aantekening 3 bij Deel 4:

Kort voor de dageraad stonden alle manschappen aan het front op hun aangewezen plek, met het geweer in de hand, of onder handbereik, met bajonet erop, klaar voor mogelijke actie van de kant van de vijand bij het ochtendgloren. Als de dag volop was aangebroken en de gevaarlijke schemering voorbij, kwam meestal het bevel ‘inrukken en geweren schoonmaken’. Van deze gang van zaken mocht niet worden afgeweken in heel de frontzone, ongeacht de omstandigheden. Dezelfde procedure was van kracht bij de avondschemering. Daardoor had dit uur van paraatheid dat twee keer per 24 uur voorkwam, een bijzonder gewicht en kreeg het ook een zekere plechtigheid, omdat je besefte dat van de duinen aan zee tot aan de bergen overal aan heel het front de twee linies tegenover elkaar stonden in waakzaamheid, bedacht op wat er kon komen.