Een dag na verschijning van Tussentijd prijkt de eerste recensie in de krant. De Standaard trapt af met een lovende recensie die opent met de titel van dit bericht en recensent Peter Jacobs noemt de Nederlandse vertaling ‘een aartsmoeilijke klus’ en ‘hoogst welkom’. Hij is duidelijk gegrepen door de taal.
‘In Tussentijd hoor je een overtuigende bezwerende stem die zich niet laat temmen. De soms bevreemdend geconstrueerde zinnen klinken als muziek. De taal is een mix van Bijbelse verhevenheid, de lyriek van oude mythen, Cockney, Shakespeare, militair jargon. Het perspectief wisselt snel van ‘zij’ en ‘wij’ naar ‘jullie’, van ‘ik’ naar ‘jij’ en ‘hij’. Flarden conversatie worden onopvallend vermengd met beschrijvingen. De camera zoomt in en uit. De bewegingen zijn als balletten.’

tekening van Jones uit de jaren 1920-21, die De Standaard bij de bespreking plaatste
[© Tate Gallery – the Estate of David Jones]
Pingback: Een van de ‘vijf toppers die u niet mag vergeten’ | Tussentijd – David Jones